Door de bergen over eeuwenoude paden
Het wandelboekje van Paul van Bodengraven en Marco Barten beschrijft twee routes vanuit Agios Konstantinos. Na wat afwegingen koos ik voor de langste van de twee, naar Manolates en Vourliotes. De asfaltwegen erheen kende ik nog van eerdere fietsvakanties; de wegen zijn flink steil naar de hooggelegen dorpen. Maar tijdens deze wandeling zou ik het asfalt nauwelijks tegenkomen volgens de plattegrond in het boekje. Het begin van de wandeling ging nog wel over asfalt en daarom fietste ik het eerste stuk naar taverne Ithaki om daar mijn fiets te parkeren. Wat jammer dat de taverne gesloten was! Twee jaar eerder lunchte ik er voor de fietstocht naar Manolates en at er een heerlijke Griekse salade.
Over steile wegen wandelde ik al wel vaker, maar richting Manolates ging de route na het asfalt deels over een dusdanig steile betonweg dat ik maar zigzaggend ben gaan lopen; loeisteil was die weg!
Daarna slingerde de route onder andere via soms eeuwenoude, goede wandelpaden trapsgewijs omhoog met prachtige panorama’s. Het bladerdek zorgde vaak voor een zachte ondergrond, wat fijn liep. Omdat ik steeds goed moest kijken waar ik mijn voeten weggezette, bleef ik soms even stil staan om te genieten van het uitzicht.
De strakblauwe lucht gaf vandaag ook wel weer een gerust gevoel: met minder goed weer, en kans op regen, had ik deze route niet graag gelopen met al dat gesteente onder me. Dat kan dan best eens glad worden. In de verte hoorde ik een hond blaffen met veel echo in de vallei. En soms fladderden er plots wat vogels weg. Verder hoorde ik tijdens deze route vrijwel niets, tot ik het mooie bergdorp Manolates naderde. Toch wel fijn om weer wat mensen te horen en zien na die avontuurlijke kilometers zo alleen. De route ging via een enkel straatje, langs een gesloten taverne en de kerk het dorp weer uit. Net daarvoor was een mooi uitkijkje op huizen door een poortje.
Om in Vourliotes te komen, passeerde ik zo’n beetje halverwege de route een kleine waterval en ondiepe plas met koel water. Met natte, gekoelde voeten liep ik verder omhoog en uiteindelijk kwam ik na veel mooie kilometers aan in Vourliotes. In maart 2022 is hier vlakbij een bosbrand geweest wat een decor van zwartgeblakerde bomen had opgeleverd. Gelukkig herstelt de natuur zich ook weer snel. De taverne op het dorpsplein was open. Gelukkig maar, want trek had ik inmiddels wel.
Het grootste deel van de wandeling zat erop en het boekje beschreef nog wat onverharde wegen met mogelijk overwoekerde paden, dus dat kon nog avontuurlijk worden. Met die overwoekerde paden viel het gelukkig mee; soms moest ik even bukken voor wat takken, maar daarna werd het wél even spannend: na een prachtig bos met olijfbomen kon ik de juiste route niet goed vinden. Ik zag niets dat op een goed pad leek, geen rode markeringen, geen bordje met nummer 20A, maar wel een onbegaanbaar pad en enorme afgrond rechts van me. Goed voor wat adrenaline! Een stukje terugwandelen was het veiligste idee en bij een niet te hoog stenen muurtje lag een vlak terrein. Hierlangs dan maar. Ik kon zo in ieder geval weer verder en stuitte toen op een imkerij met veel zoemende bijen bij de kisten. Oeps!
Voorzichtig liep ik erlangs. Tot mijn geruststelling hadden ze het te druk om mij lastig te komen vallen, maar ik was blij toen ik uiteindelijk weer een goede, brede weg zag liggen. Dat lag op het eerste oog echter achter een hek. Even kreeg ik het heel benauwd, want terug wilde ik toch niet en er was verder geen alternatieve route. Gelukkig bleek er naast het hek wat ruimte voor een voetganger om toch door te kunnen lopen. Wat was ik hier blij mee!
Toen ik het hek was gepasseerd, zag ik links een smal pad liggen. Blijkbaar was dit het pad waar ik eigenlijk langs had moeten komen. Omdat ik toch wilde weten waar dat pad dan begon, liep ik er nog een heel stuk van. Hoog bovenlangs de imkerij hikete ik tot een wat steile afdaling, die ik niet aandurfde. Hier had ik dus eigenlijk, vanaf de andere kant, een steil klimmetje moeten maken. Vanaf hier keerde ik weer veilig terug naar het hek.
Daar was de weg omlaag niet moeilijk meer. Ik hoorde de auto’s al rijden op de hoofdweg en even later zag ik ze ook. Wat was het heerlijk om het laatste stuk weer over asfalt te wandelen, terug naar mijn fiets. De route was prachtig, maar uitdagender dan dit hoeft het voor mij niet te worden. Wat een dag!
2024, Samos
Meneer van Meer
Heeft u ook zo genoten van dit bijzondere reisverhaal? Lees ook de andere reisverhalen.
Wilt u zelf ook meedoen met de reisverhalen wedstrijd? Stuur dan nu uw bijzondere reisverhaal in en wie weet wint u wel een prijs!