Thomas
Ja, dat zal wel. Wil ik eerst met eigen ogen zien om het te geloven.
Ik luisterde goed wanneer mijn vader zaliger vroeger uit de kinderbijbel voorlas, soms een verhaal of zinnen overslaand die hoewel in een bijbel voor kinderen naar zijn mening niet helemaal geschikt waren voor onschuldige kinderzieltjes. Maar het verhaal van Thomas las hij wel helemaal voor. Die Thomas wilde de wonden in de zij van Jezus eerst zelf zien om te geloven dat Christus na zijn dood ‘waarlijk was opgestaan‘. Tenslotte stak hij zelfs zijn vingers in de nog open wond van zijn meester en toen geloofde Thomas pas echt. Wat heeft dit met Kefalonia te maken vraagt u zich misschien af. Het is een inleiding voor mijn verhaal, leest u verder.
Toen ik vorig jaar Kefalonia bezocht las ik over het ‘slangenwonder' in Markopoulo en daarom reden we naar de beschreven kerk. Het hek voor een roze, groen, goudgeschilderd gebouw dat als een paviljoen in de Efteling niet zou misstaan, zat met een groot slot en ketting dicht. Hier zouden dus tussen 6 en 15 augustus al eeuwenlang slangen uit het struikgewas komen kruipen en zich in de kerk om de Maria icoon slingeren. Op 15 augustus verdwijnen ze geheimzinnig, net zoals ze kwamen aan kruipen. Ja dat zal wel, wil ik eerst zelf zien om het voor waar aan te nemen.
En zo trokken we dit jaar wederom naar Kefalonia want waar kan je tegenwoordig nog een wonder met eigen ogen aanschouwen. 15 augustus, met de auto was het uit Poros niet ver rijden naar Markopoulo. Een goede weg, kronkelend door dorpjes met mooie heiligen namen als Agia Irini, Agios Nikolaos en Agios Georgos , omzoomd met cipressen, jasmijn, hibiscus, ipomoea, campsis in volle bloei. Ik had een lange broek aangedaan en mijn haar gekamd want bij een wonderplaats moet je netjes respectvol verschijnen.
Boven aan de weg stonden maar een paar auto’s bij een platte toren met drie grote bellen. Een grote schildering beeldt Maria (Panagia) af met aan haar voeten een paar opgerolde slangen. Groenig met zwarte streepjes. De muurtjes langs het weggetje naar beneden zijn waarschijnlijk onlangs voor de gelegenheid nog wat bij gewit, de struikjes ervoor vertonen veel sporen van witte kalk. Het zicht op de lager gelegen kerk is bijzonder door het lijnenspel van de vele golvende koepeltjes bedekt met rode pannen. Bij het hek zit een Papas rozenkransen en armbandjes te haken, op een tafeltje liggen zijn bontgekleurde handwerkjes uitgestald. Dit keer staat het hek uitnodigend open en gekleurde vlaggetjes sieren het pleintje voor de kerk.
Ja, daar is weer dat Eftelinggebouwtje met sierlijke zuiltjes, roze, groen en goudgeschilderd. Links en rechts van de openstaande voordeur staan twee koepeltjes waar je een gekochte kaars brandend in het zand kunt steken.
Binnen vallen een paar gigantische koperen kroonluchters op. Alle kaarslampjes aan echter zonder kronkelende slangen zoals in de boekjes staat geschreven. De grote Maria icoon in het midden. Het glas ervoor wordt flink gekust door een groepje in heftig zwart geklede nonnen, hun begeleidende vader-abt maakt foto's. De wanden en plafonds zijn prachtig beschilderd met bontgekleurde voorstellingen uit de bijbel. Als je letters niet kunt lezen, lezen de verhalende plaatjes als een stripverhaal. Van voor de kribbe tot na het kruis.
Maar geen slang te zien.
Een andere Papas siert zijn zwarte jas met een stola vol kruizen en strijkt met een kwastje gedoopt in geurende mirre over het hoofd, nek en uitgestrekte handen van mensen die in een rijtje voor hem staan te wachten.
Maar waar zijn de slangen, deze Thomas wordt ongeduldig.
Dan zie ik wat onrustige bewegingen bij een groepje mensen in een hoek van de kerk. Tussen hoge houten banken staat een tafeltje met op een mooi kanten kleed een terrarium. En verdraaid zitten daar drie opgerolde slangen. Dun, lang, groen met zwarte strepen. Op hun kleine kopje een bruin kruisje. Devoot houden pelgrims hun handen tegen het glas. Eén slangetje probeert in een hoek omhoog te kruipen. Die wil natuurlijk naar het Maria-altaar.
Deze ongelovige Thomas is toch niet overtuigd. Sceptisch veroordeel ik de papas tot het kweken van de slangen en ze achter de kerk in het huisje dat daar staat, bij een grote koele Cola automaat, in het terrarium het hele jaar te koesteren tot het weer hun verschijningsdag is.
Maar ik bewonder het geloof van de vele pelgrims die speciaal komen voor een slangenzegen. De groep Macedonische nonnen zingen samen een eenvoudig lied, hun vader-abt slaat de maat. In de tuin staan onder het enorme bladerdak van een moerbeiboom tafels met koopwaar. Vreselijk lelijke plakplaatjesiconen, stenen met een geschilderde slang erop, flesjes geurende mirre, wierook en goudbestikte sjaals. De mevrouw achter de tafel blijkt uit Arizona te komen en ze is blij, zegt ze, dat de maagd ons hier naar de slangen voerde. Een man komt erbij staan en in redelijk Engels vertelt, Yousif stelt hij zich voor, over een kreupel jongetje dat vanmorgen hier bij de slangen mede door zijn bidden weer kon lopen. ‘Yes’, looft Katarine uit Arizona, ‘We had a miracle today’ en gaat druk verder met de verkoop van haar parafernalia. Yousif vertelt dat hij als Christen gevlucht is uit Irak en nu met zijn familie in Athene woont. Hij toont een bijbel geschreven in het Aramees, de taal van Jezus die hij ook spreekt. En passant vroeg hij ook of we werk voor hem konden regelen in Nederland.
Ik zat lange tijd onder de grote boom, het was heel warm en kreeg zelfs een kopje sterke Griekse koffie dat ik niet hoefde te betalen. Naast me stond een mand met geurige bosjes gedroogde oregano. Ik bekeek al die pelgrims, de wel gelovigen, de koopwaar, de gretigheid van Katerine uit Arizona om haar waren aan de man te brengen. Yousif ging uit zijn Aramese bijbel op zangerige toon voorlezen. Katerine kwam weer voor een praatje toen het even minder druk was en ik vertelde haar dat het mijn verjaardag was, 15 augustus, ja ik wist dat het in de orthodoxe kerk dé Mariafeestdag is. ‘What’s your name’ vroeg ze, ‘Thomas’ zei ik , het leek me wel passend. ‘Your name should be in Greece Panagiotis, bless you’.
Toen ik , Panagiotis gezegend, de tuin verliet voelde ik me eigenlijk toch nog steeds Thomas. Identiteitscrisis , maar wel een hele relaxte! Een prachtige koningspage fladderde om me heen.
Kefalonia, 2022
Mijnheer Nagtegaal
Heeft u ook zo genoten van dit bijzondere reisverhaal? Lees ook de andere reisverhalen.
Wilt u zelf ook meedoen met de reisverhalen wedstrijd? Stuur dan nu uw bijzondere reisverhaal in en wie weet wint u wel een prijs!