Me ton Savva stin Ellada
Mijn naam is Sávvas en voor Ross Holidays reis ik door mijn prachtige land en verwonder ik me over de vele gebruiken, mythes en verhalen. Mijn verwondering deel ik met plezier met u de komende tijd.
Toen wij met Savvas aan de praat kwamen over chórta, kwam hij met dit verhaal op de proppen. We moesten er zo om lachen dat we het toegevoegd aan de verhalenreeks Me ton Sávva stin Elláda!
‘Mia chórta istoría’
In 1991 moest ik in het leger dienen en ik werd gestationeerd in Alexandroúpoli in het noorden van Griekenland. Ik behoorde tot de ‘nieuwe’ soldaten ter vervanging van de oude ploeg. Dit hield in dat er diverse baantjes ingevuld moesten worden vanwege de vertrekkende ploeg. Zo hadden wij ons gemeld voor het appel en de officier ‘in charge’ vroeg aan ons nieuwelingen wie er kapper was van beroep. Ik zag mijn kans om niet het veld in te hoeven en oefeningen in de buitenlucht te hoeven doen. Het was inmiddels november en de winter stond voor de deur. Ik kom van Samos en de kou is niet mijn beste vriend.
De volgende ochtend meldde ik me bij ‘mijn’ kapperszaak op het kamp. Ik had nog nooit een haar geknipt of een kin geschoren behalve die van mezelf. Nadat ik in de gaten had hoe de tondeuse werkte en wat vaardigheden van de vertrekkende soldaat had afgekeken, was ik klaar voor de ontvangst van mijn klanten. Echter die bleven weg en blijkbaar wist ik hun vertrouwen niet te winnen. Ik ging naar de officier en deed mijn beklag. De volgende ochtend bij het appél schreeuwde hij de meute toe en overtuigde de groep van mijn kundigheden. Om dit te bewijzen zou hij zelf als eerste plaatsnemen in mijn stoel. Ik deed het in mijn broek van angst om hem te gaan knippen, maar ik had geen keus. Zijn kapsel leek naderhand op dat van een geit en uiteraard werd ik ontslagen uit mijn functie.
Een maand later deed zich een nieuwe kans voor om niet het veld in te hoeven gaan. Opnieuw stond de officier, met inmiddels weer aangegroeid haar, voor de groep en vroeg wie er kok was. Men zocht een kok voor een andere basis, in de buurt van de Turkse grens. Ook daar was de bestaande kok klaar met zijn diensttijd en moest vervangen worden. Ook deze keer was mijn arm de enige die de lucht inging. De officier keek me sceptisch aan en zei: “Deligiorgis (mijn achternaam), ben je zeker? Mocht het niet zo zijn dan voer ik je aan de Turken!”. Ik verzekerde hem hiervan meer verstand te hebben. Ik was, en ben nog steeds, gek op lekker eten en heb al sinds mijn jonge jaren koken als hobby. Dus dit keer zou het me beter vergaan.
Ik ging op pad naar dit godverlaten oord, in the middle of nowhere, in de buurt van de Turkse grens. De hele groep die hier gestationeerd was bestond uit slechts 30 man. Iedere vrijdag werden we bevoorraad voor de hele week. Een vrachtwagen bracht de levensmiddelen om het menu te bereiden. Ik werd vrienden met enkelen en we brachten de tijd door, met name de nachten, met sterke verhalen en verlangen naar de jaren vóór de dienstplicht. Op een dag bedachten we de chauffeur van de vrachtwagen die ons bevoorraadde te vragen om wat wijn voor ons mee te brengen. Uiteraard was dit verboden maar hij hielp ons toch. Met zijn drieën zetten we de gesprekken voort als de rest al op een oor lag. We vertelden nog meer sterke verhalen en we dronken en we lachten. Maar wijn met wat mezedes, iets te eten, zou nog veel beter zijn. De volgende nacht nam ik de worstjes voor het menu van de dag erop en maakte ze in de nacht klaar. De nacht daarop deed ik hetzelfde met de kip, daarna de hamburgers. We hadden lol voor tien!
Maar wat nu te koken voor de ploeg? Ik had alleen nog eieren, groentes en pasta! De eerste dag kwam ik aardig uit en maakte een vegetarische maaltijd klaar. Ik kende het begrip destijds niet eens maar het was in ieder geval zonder vlees of vis. Maar wat de volgende dag te doen? Ik belde mijn moeder om haar te vragen hoe het met haar was. Zij vertelde me dat ze net aan het koken was. Ze was bezig met het maken van chórta. Dát was wat ik zou maken voor mijn ploeg! Ik ging op pad en zocht naar de wilde groente die mijn moeder zo lekker wist klaar te maken. Een probleem: ik wist niet wat de eetbare varianten waren! Ik vulde vier zakken en nam ze mee naar de keuken.
Toen de ploeg vroeg wat ze die avond te eten zouden krijgen, antwoordde ik hen dat het chórta was. Ze waren wild enthousiast omdat dit typisch een gerecht is dat thuis wordt gegeten. Het deed hen denken aan hun familie. Ik verdween al uit zicht tijdens de maaltijd, bang voor de reacties op de door mij gemaakte gerechten met de chórta! Toen ik even later toch een kijkje ging nemen in de eetzaal, zag ik tevreden gezichten en hoorde: Bravo”, eise protos!” Bravo, je bent de beste!-geroep. Op dat moment wist ik dat de goden mij goed gezind waren geweest. Ik had de juiste groenten weten te plukken. Ik weet nog steeds niet welke chórta de eetbare zijn, en nog steeds pluk ik lukraak blijkbaar de juiste. Ik maak de lekkerste gerechten hiermee en krijg nog steeds een bravo hiervoor!”