Me ton Savva stin Ellada
Mijn naam is Sávvas en voor Ross Holidays reis ik door mijn prachtige land en verwonder ik me over de vele gebruiken, mythes en verhalen.
“Terwijl de laatste gasten nu echt vertrokken zijn en Samos weer voor de Grieken is, maken de bewoners zich op voor de olijvenoogst. Voor mij niet de beste herinneringen uit mijn jeugd. Zoals zoveel Grieken hebben ook mijn ouders land met olijfbomen hierop. Deze zijn van overgrootouders op grootouders op ouders naar in de toekomst mij en mijn broer overgedragen. Overigens woont mijn broer niet op Samos dus van oogsten is voor hem geen sprake. Lucky him!
Ik begrijp dat het voor buitenlanders een romantisch idee is om olijven te plukken en te rapen. Maar ik heb hier andere herinneringen aan”.
Savvas en olijven, een bijzondere combinatie
“Ik ben geboren in Piraeus op het vasteland in de buurt van Athene. Mijn vader komt van Leros en mijn moeder is geboren op Samos. Ik beschouw mezelf dan ook als heel gelukkig, omdat ik gedurende mijn jeugd heen en weer reisde tussen deze bestemmingen. Op Samos waren mijn grootouders voornamelijk bezig met landbouw. Grote vlaktes begroeid met prachtige olijfbomen in alle soorten en maten waren hun eigendom. En zoals dat gaat in Griekenland gaan deze gronden van vader naar zoon. Dus toen opa en oma niet meer in staat waren deze grond te bewerken, namen mijn vader en moeder dit over en werden de bomen hun eigendom. Een deel van deze boomgaarden lag in Paleókastro, 4 kilometer van de hoofdstad van Samos. Aan deze kant van het eiland zijn helaas geen dalen en is alles op de berg gelegen. Aan de voet liggen overigens de mooiste baaien, alleen bereikbaar via zee. Ik zeg helaas, omdat mijn voorkeur uit zou gaan naar een fraai stuk land aan zee! Waarom zal ik u uitleggen.
Mijn ouders besloten zich bezig te gaan houden met het land dat zij van mijn opa en oma hadden gekregen. Mijn vader bouwde een huis in het dorp, zodat wij tijdens onze bezoeken niet bij hen maar in ons eigen huis konden verblijven. Leros verdween daarmee uit ons beeld en Samos was waar wij iedere Pasen, zomer en Kerstmis heen gingen. Mijn vader was voornamelijk bezig met de bouw van het huis terwijl mijn moeder het land bewerkte. Mijn broer en ik verveelden ons niet en brachten onze tijd door met vrienden.
Een winter dat we op Samos waren, dreigde het weer snel om te slaan. De olijven moesten worden geplukt, omdat anders de oogst verloren zou gaan. Alle hulp was geboden en mijn vader vroeg ons te helpen de olijven binnen te halen. Ik was niet zo enthousiast, maar gezien hij mij overtuigde dat deze bomen eens van mij en mijn broer zouden zijn, ging ik mijn familie uiteraard toch helpen. Bovendien wordt ‘nee’ zeggen tegen je ouders in Griekenland gezien als een misdaad. Dus daar gingen we.
Nu wil het geval dat dit een van de koudste winters op Samos was. Nu denk ik terug met warme gedachten aan deze tijd en deze verwarmen zelfs mijn herinneringen aan de kou van toen. We reden met de jeep van de buren mee naar ons land in de vroege ochtend. Het was nog donker en vooral erg koud. Mijn vader kwam later en legde een vuur aan. Hij maakte koffie en een ontbijt voor ons met knapperig brood en gebakken eieren en verse kaas. Onze handen waren zo koud dat we met moeite de olijven konden vastpakken. Overal over de grond lagen ze en moesten verzameld worden in grote zakken. Onze vingers waren zo verstijfd dat we kommetjes maakten met twee handen om de olijven van de grond te rapen. Op mijn vraag wanneer we naar huis zouden gaan, antwoorden mijn ouders: “als we klaar zijn”. “Wanneer zijn we klaar”. “Als we aan het eind van het terrein zijn”. Dit einde was op dat moment niet in zicht. Ik schreeuwde hen toe: “Ik wil geen olijven! Geef alles maar aan mijn broertje!” Uiteindelijk verliet ik ons land te voet en zette koers richting huis. Nooit meer heb ik willen helpen met het plukken van de olijven. Ik zorgde steeds andere bezigheden te hebben tot op de dag van vandaag.
Vanmorgen heb ik mijn moeder naar onze boomgaard gebracht met de jeep. En gelooft u het of niet, maar op de berg was het weer koud. Gelukkig dat de temperatuur in het dal nog heerlijk is en we tegenwoordig ook daar bomen hebben staan. Aan de andere kant van de berg weliswaar, dus zonder de prachtige baaien in het vizier. Maar hier weer andere schoonheden die blijven bekoren”.