Het eiland leren kennen

De start van de eerste wandeling begint in Platanakia, aan de noordkant van Samos. De teller staat de komende dagen op 35 graden of meer. Dat is wennen als je uit Nederland komt met 18 graden. Onze gids Christos, een enthousiaste en vriendelijke ultrarunner, neemt ons mee op een stenen pad dat naar boven kronkelt. Zweet verschijnt op de gezichten, maar de vergezichten op zee, de groene wijngaarden en de schaduw van de hoge platanen compenseren veel. Voor je het weet loop je in de Nachtegaalvallei. Daar vind je stromend water en een natuur in meer kleuren groen dan je kunt bedenken. 

Ergens halverwege de 450 m klim naar boven staat een kapel. Goed in de verf en aangeschurkt tegen een oleander boom. De kapelletjes staan op de gekste plekken. Vaak afgelegen en eenzaam. Vooral rijke families lieten ze bouwen om te rouwen, te trouwen, te vieren en te bidden voor behouden vaart voor familieleden op zee, of behouden terugkeer uit de bergen. Volgens Christos staan alle Grieks-orthodoxe kapellen en kerken in Griekenland naar het oosten gericht. Dat wil zeggen: het gezicht van de kerkganger is richting het oosten. Vanuit het Grieks-orthodoxe geloof is de opvatting als Jezus weer op aarde komt, dit vanuit het oosten zal zijn. Dus iedereen kijkt in de kerk die kant op. 

Na de klim komen we aan in Manolates. Een kunstenaars bergdorp met pittoreske straten en pleintjes. Kleurige shops met keramiek en zelfgemaakte sieraden. In het midden staat een prachtig kerkje. Tegen de kerkmuur aan geleund is een stenen bankje met uitzicht op zee en Turkije. Ga daar even zitten … en doe vooral niets. Er is alleen het geluid van het dorp, de dorpelingen en de vogels. Met daarboven een eindeloos blauwe lucht. 

Het afdalen door de vallei was zwaar door de hitte maar heel erg mooi. Met superhoge schaduwrijke bomen, en ongelofelijk veel fruitbomen: sinaasappels, vijgen, blauwe bessen, pruimen. 

/

Ver van de wereld

Om half negen staat iedereen klaar voor wandeling twee. Ondanks de hitte heeft iedereen er zin in. We komen vrij snel op een breed zandpad dat we lange tijd volgen. Met aan weerskanten olijfboomgaarden, majestueuze pijnbomen en weer die prachtige platanen. Christos heeft in overleg een zwaarder stuk van een km uit de route gehaald. Erg prettig met deze warmte. 

Ineens ziet een van de wandelaars een slang op het pad. Hij beweegt snel en is vrijwel onzichtbaar. Christos bekijkt hem, pakt hem op en vertelt dat deze soort ongevaarlijk is voor mensen. Hij waarschuwt om niet te ver van het pad af te gaan, omdat je niet kunt zien wat er verder in het hoge gras en tussen de struiken zit. We komen later nog een baby schorpioen tegen. En een krab, midden in het bos, in een paar kleine plassen.

Samos heeft op verschillende plekken waterbronnen, dus we kunnen gewoon onze waterflessen vullen. Erg prettig als het warm is. We komen langs een verlaten dorp met een paar huizen en een kapel. De deur van vrijwel iedere kapel is open om binnen even uit te rusten of om er gewoon te zijn. Het dorpje is omgeven door fruitbomen, de sinaasappels en citroenen liggen letterlijk aan je voeten. Het is een fijne rustplek. Behalve het geluid van de bomen en de krekels is er niks anders te horen, de wereld is ver weg.

Dan volgt een pittige klim over een eeuwenoude trap. Goed opletten waar je loopt, want je ligt zo op je snufferd. Je voelt door de wandelingen ook de oudheid en geschiedenis van dit land. Christos neemt ons mee met zijn verhalen. 

Uiteindelijk komen we in Platanos. Met een panoramisch uitzicht over een groot deel van het eiland en de blauwe zee. Het is een prachtig gelegen bergdorp met een idyllisch dorpsplein. In het midden staat een achthonderd jaar oude plataan. Waar – het blijft natuurlijk Griekenland – nog net een auto langs kan. 

Aan het eind van de wandeling is er geen beter plan dan op een terrasje te gaan zitten. Dan moet je vooral van je Griekse gids gebruikmaken bij het kiezen van je lunch!

Spectaculaire vergezichten

Met muziek van Fred Astaire draait de chauffeur die ons ophaalt de ene na de andere haarspeldbocht naar boven. Tot we bij één van de hoogst gelegen bergdorpjes aankomen … Kosmadei, in het Kerkis-gebergte. Smalle kronkelende straatje met witte huisjes en kleurige planten in alle soorten potten voor de deur. Hoe daar nog auto’s kunnen rijden, maar ze staan er … dus het kan.

Vandaaruit stijgen we 450 meter over een smal pad met veel begroeiing, maar met waanzinnige uitzichten op bossen en valleien met druiven. Bovenaan gekomen dalen we weer net zo hard door een dennenbos, naar een kloof. Vlakbij staat het verlaten klooster van Zoodochos Pigi, waar ooit nonnen woonden. In de wit-blauwe gebouwen zit ook een kapel die nog volledig is ingericht alsof er gister nog een dienst was. Je vraagt je af wie dat allemaal bijhoudt, want het klooster staat kilometers van de bewoonde wereld. Midden in de natuur, omringd door bergen. Alleen via een zandpad kun je er nu met een auto komen. De stilte hangt om het klooster. Een prachtige plek voor een pauze. 

We lopen door en stijgen en dalen via een smal rotsachtig pad met spectaculair mooie vergezichten en dieptes. Het pad loopt in het midden langs de rotswand. Een blauw hek scheidt het pad van de kloof, waar je niet te veel naar beneden moet kijken als je hoogtevrees hebt. 

Christos houdt ons strak in de gaten of we het trekken. Maar iedereen trekt het, want we willen naar de grot die midden in een rotswand ligt. In die grot is een kapel gebouwd. Via witte trappen komen we uiteindelijk op de plek. Het gaat om een vroeg christelijk kerkje dat volstrekt onzichtbaar is vanaf de kloof. Buiten is het tropisch warm, binnen is het heerlijk koel. Wie bedenkt het om op zo’n plek een kerk neer te zetten. En hoeveel moeite heeft het gekost om het te bouwen! Iedere zak cement moest daar naar toe worden gesjouwd. Maar er waren tijden waarin mensen het alleen aandurfden om naar een kerk te gaan als die verborgen was. 

Op de terugweg moet je af en toe stilstaan om te genieten van de witte rotsen. De immens blauwe lucht. Het suizen van de bomen en de wind. Want verder dan dat is er niks of niemand. En ook goed opletten waar je je voeten neerzet.

We komen via een zandweg terug in het bergdorp waar we begonnen. Het is de laatste wandeltocht. Het was prachtig. Christos heeft ons drie dagen door een bijzonder mediterraan landschap geleid en veel verteld over het eiland en haar geschiedenis. Een betere manier om een plek te leren kennen is er eigenlijk niet.

Meneer Mennens en mevrouw De Jong, Samos

keyboard_arrow_leftkeyboard_arrow_right

Deel met vrienden of reisgenoten

Deel met vrienden of reisgenoten