Winter in West-Kreta
In het Grieks heet het eiland Kriti. Het is begrijpelijk dat geen plek in Griekenland zoveel toeristen trekt als Kreta. Het is immers verreweg het grootste eiland, weliswaar veel smaller dan Nederland maar bijna net zo lang. Bovendien heeft geen streek in Griekenland zoveel interessants bij elkaar, variërend van cultuurhistorie tot natuur en van bergdorp tot levendige stad.
Hemelsbreed gemeten is Kreta 260 kilometer lang, terwijl de breedte varieert van 13 tot 50 kilometer. Het eiland is opgedeeld van west naar oost in vier provincies: Chania, Rethymno, Heraklion en Lasithi. Op het hele eiland wonen meer dan een half miljoen mensen en twintig procent daarvan is inwoner van de hoofdstad Heraklion.
De noordkust is heuvelachtig, heeft veel mooie zandstranden en diverse baaien. Aan de zuidkust lopen de uitlopers van de grillige bergen van het binnenland de zee in. In de bergen zijn veel grotten, diepe ravijnen en kloven. Globaal gezien kan men de bergen van west naar oost opdelen in vier bergketens. De hoogste daarvan liggen op West-Kreta. Dat zijn de Lefka Ori (letterlijk: witte bergen) en de Idi-bergen of de Psiloritis. Diverse toppen daarvan reiken tot ver boven de 2000 meter en zijn in de wintermaanden met sneeuw bedekt. Maar niet daarom heten ze ‘witte bergen’. Deze naam hebben ze te danken aan het lichte gesteente waaruit ze zijn opgebouwd. Deze geweldige berggevaarten maken ons stil en klein. Maar even indrukwekkend is een tocht door de hoogvlakte van Lassithi ten noorden van het Dikti-gebergte.
Vele windmolens staan verspreid over de vlakte. Ze zijn van Venetiaanse oorsprong en zorgen al sinds eeuwen voor de bevloeiing van de akkers. De vlakte van Massara in het zuiden langs de Massara-baai is ook bijzonder vruchtbaar en noemt men ook wel de korenschuur van Kreta.
Wie Griekenland kent van het droge zomerseizoen zou het niet geloven, maar het land is twee keer zo rijk aan plantenvariëteit als Nederland. De bloemenweelde is in Griekenland, ook op Kreta, alleen wat ongelijk verdeeld over de jaargetijden. In de wintermaanden komt de natuur pas echt tot zijn recht. De bloemen komen tot bloei en de struiken schieten hun loten. En wat de bomen aangaat, zoals overal in het Middellandse Zeegebied, trekken vooral de olijven de aandacht met de bijzonder fraaie lijnen, gaten en draaiingen in de stammen. Maar niet daarom beschouwen de Grieken de olijfboom als een geschenk van de godin Athena. Geen enkele olie kan het wat smaak betreft opnemen tegen die van de olijf. In Griekenland zijn niet veel in het wild levende dieren. Op Kreta komt echter de kri-kri voor, een soort steenbok. Er zijn trouwens deskundigen die zeggen dat het verwilderde geiten zijn. Hoe dan ook, nu zijn het beschermde dieren. Speciaal om deze dieren voor uitsterven te behoeden is het gebied rondom de Samaria-kloof tot Nationaal Park verklaard.