Drakospita op Zuid-Evia

In het Óchi-gebergte in het directe achterland van Kárystos maar ook in de regio rondom Stíra, liggen een aantal eigenaardige ruïnes. Door de bevolking is hieraan de naam Drakóspita gegeven, oftewel Drakenhuizen.

De oorsprong en het gebruik van de Drakóspita zijn tot op de dag van vandaag niet officieel bekend en archeologen hebben hun hoofd gebroken over dit onderwerp. Sommigen beweren dat ze dateren uit de 13e eeuw v.Chr., anderen zeggen dat ze afkomstig zijn uit de 3e eeuw v.Chr. Wel heeft men overeenkomsten gevonden tussen de twintigtal huizen. Alle zijn gebouwd op steile hoogtes en met een weids zicht over de omgeving met het gebruik van grote brokken kalk- en leisteen. Waarschijnlijk waren ze bedoeld ter bescherming van een gebied. Een andere verklaring over het gebruik van de Drakóspita is dat de huizen een heiligdom ter verering van de goden Zeus en Hera zijn geweest.

De grote brokken kalk- en leisteen zijn in de nog overeind staande delen goed te herkennen. Door het formaat hiervan dacht men vroeger dat de huizen nooit bedoeld konden zijn voor gebruik door ‘gewone’ mensen. Er werd rijkelijk over gefantaseerd en al snel noemde men het ‘Drakenhuizen’. Hiermee doelen op het feit dat ze waarschijnlijk door draken bewoond geweest moesten zijn. De lengte van een huis varieert van vijf tot dertien meter, de breedte van vijf tot acht meter.

De meest imposante Drakóspito bevinden zich net onder de hoogste top van het Óchi-gebergte, op 1389 meter hoogte. Verbazingwekkend is dat, in tegenstelling tot andere huizen, er geen materiaal is gebruikt om de stenen met elkaar te verbinden. De stenen lig los op elkaar gestapeld en vormen toch een stevige muur. In 1959 zijn tijdens opgravingen onder andere scherven van aardewerk gevonden, waarvan enkele met een onbekende inscriptie. Deze worden tentoongesteld in het Archeologisch Museum in Kárystos.